Onze smeerpasta’s

afgeleid van kokosnoten: andere dan vetzuren met lange keten, omzeilen MCT’s (middellange keten triglyceriden) het maagdarmkanaal volledig en gaan rechtstreeks naar de lever voor ketonproductie. Ze worden ook wel ‘de glucose van de vetten’ genoemd. Er zitten elf verschillende vetzuren in kokosnoten. Vier daarvan zijn MCT’s: capronzuur (C6), caprylzuur (C8), caprinezuur (C10) en laurinezuur (C12). C12 is technisch gezien een MCT, maar het lichaam verwerkt het als een vetzuur met een lange keten. Tijdens het vasten of het eten van een dieet dat op vasten lijkt, zoals een koolhydraatarm of keto-dieet, wordt het lichaam katabool (afbraak) en zal het van nature ketonlichamen in de lever gaan aanmaken.

Er zijn drie hoofdtypen ketonlichamen: eerst maakt het lichaam acetoacetaat (AcAc) aan, vervolgens verandert het het in bèta-hydroxybutyraat (BHB) en als er voldoende BHB is, explodeert de rest in aceton dat we uitademen of urineren. C8 is het meest biologisch beschikbaar om ketonen in de lever aan te maken en geeft het lichaam een ​​extra boost. Eens het lichaam aangepast is aan vetverbranding, zelfs in een katabole staat, is BHB spier beschermend. Daarom vast je beter niet wanneer je lichaam niet aangepast is aan vetverbranding, anders krijg je toegenomen spierverlies (het omzetten van spiereiwit in glucose).

na water is collageen de meest voorkomende voedingsstof in ons lichaam. Het maakt 35% uit van het eiwitgehalte van het hele lichaam. Na de leeftijd van 25 jaar vermindert de productie van ons eigen collageen, daarom is exogeen collageen zo cruciaal voor een lang leven. Het is nodig voor de galproductie (33% glycine) om vet, huidelasticiteit en herstel te metaboliseren. Je botten zijn 60% mineralen, maar 90% van de eiwitmatrix in je botten is collageen, … Ons dieet mist collageen omdat we tegenwoordig voornamelijk spiervlees eten dat rijk is aan het aminozuur methionine en arm aan glycine. Om methionine tegen te gaan, is glycine nodig. Collageen is rijk aan aminozuren van glycine, proline en hydroxyproline.

we maken onze eigen gekweekte ghee, op ayruvedische wijze. Deze wordt goed verdragen door mensen met een lactose- of caseïnegevoeligheid, zit boordevol vetoplosbare vitamines (A, D, E, K2), Omega 3 (DHA en EPA), geconjugeerd linolzuur (CLA), wat een natuurlijk transvet is dat kanker -beschermende voordelen biedt en vetmassa vermindert bij gezonde personen. Het is de rijkste bron van het korte-keten vetzuur ‘butyraat’  wat de gezonde darmbacteriën voedt.

Omega 7 (palmitoleïnezuur) is een lipokine (koning van de vetten). Ze werkt samen met omega 3 en bepaalt de functie van omega 3 in het lichaam. Koudwatervissen bevatten veel omega 7 en 3 en dit is de reden waarom de omega 3 in die vissen zo biologisch beschikbaar is voor ons lichaam, vanwege de Omega 7.
Palmitoleïnezuur vermindert de eetlust dramatisch en doet dit door het gebruik van cholecystokinine (verzadigingshormoon). Het verbetert ook de algehele insulinegevoeligheid (beter gebruik van koolhydraten) door bètacel-apoptose van insulinecellen te voorkomen (cellen die met insuline werken, gaan niet dood) en een beter gebruik van insuline, zodat koolhydraten niet zo veel worden opgeslagen als vet. Het helpt verder ook spiercellen om insuline beter te gebruiken. Dit betekent dat koolhydraten productiever in de spieren worden gebruikt en beter communiceren, in plaats van gedurende langere tijd een verhoogde bloedsuikerspiegel te hebben. Het zorgt voor een enorme vermindering van CRP (C-reactief proteïne), dramatische vermindering van triglyceriden, lage oxidatie van LDL en verhoogde HDL. Mensen zouden een verhouding van 6: 1: 1 enkelvoudig onverzadigd vetzuur (MUFA) tot meervoudig onverzadigde vetzuren (PUFA) tot verzadigde vetzuren (SFA) moeten hebben. Macadamia-notenolie bevat 85% MUFA en ongeveer 24% daarvan is palmitoleïnezuur. Mono-onverzadigde vetten, MTC en omega 3 (vooral EPA en DHA) zijn een droomteam voor voeding als het gaat om het verliezen van lichaamsvet.

Deze prebiotische oplosbare vezel heeft een lage calorische waarde: ongeveer 1 kcal/g, en wordt veel gebruikt als vulstof en om de structuur en textuur van sucrose (tafelsuiker) te vervangen. Deze oplosbare vezel heeft een glycemische index (GI) van 4 tot 7.

Dit in tegenstelling tot andere vezels zoals: oplosbare cichorei-vezels (bekend als inuline met een GI van 14, maximale consumptie 60 g / dag), oplosbare maïsvezel (bekend als resistente maltodextrine met GI van 25, maximale consumptie 45 g / dag) of oplosbare tapiocavezel ( bekend als Isomalto-oligosaccharide met een GI van 35, maximale consumptie 30 g / dag).

We besloten om deze synthetische prebiotische vezel polydextrose te gebruiken boven de hierboven genoemde en begonnen het gebruik van die geconcentreerde ‘natuurlijke’ vezels te verlagen, met uitzondering van onze karamelspreads. We zijn gestopt met het gebruik van marketingtermen als ‘All Natural…’. Honing, granen en bananen (rijpe bananen hebben een GI van 130!) zijn ook ‘natuurlijk’ evenals bieten- en rietsuiker, daarom veroorzaakt het overmatig gebruik van ‘natuurlijke zoetstoffen’ insulineresistentie en diabetes.

We verminderen het gebruik van inuline, oplosbare maïs-en tapiocavezels omdat het vaak een opgeblazen gevoel en zachte of losse stoelgang geeft, sommige een hoge GI hebben en de dagelijkse inname zo beperkt is en veel stress op het lichaam geeft. Polydextrose heeft de hoogste dagelijkse maximale inname van 90gr, is minder belastend voor het lichaam en verbetert de darmflora en microben meer  door deze prebiotische vezel te fermenteren tot de 3 belangrijkste korte vetzuren (acetaat, propionaat en butyraat).

een Afrikaanse vrucht, een eiwit dat het lichaam metaboliseert zoals elk ander eiwit, daardoor laat het geen sporen na zoals andere zoetstoffen en is het volkomen veilig.
Deze zoetstof heeft een zoetheidsindex van 3000 (vergeleken met sucrose / tafelsuiker).

In tegenstelling tot glucose, dat een hoge glycemische index van 100 heeft, heeft ribose een negatieve glycemische index. In feite verlaagt ribose de plasmasuikerspiegels, in tegenstelling tot suikers met 6 koolstofatomen (tafelsuiker)!

Dus hoewel ribose farmacologisch een anti-suiker is en geen glucose of fructose bevat, moet het in de ingrediëntenlijst als suiker worden vermeld. Chemisch gezien is het een suiker, maar functioneel werkt het niet als een suiker omdat het een 5-koolstofsuiker is.

Ribose wordt van nature in ons lichaam aangemaakt, het is een absolute vereiste om ATP te maken, de belangrijkste energiemolecule van onze cellen. Wanneer cellulaire ATP laag is, zijn onze cellen ziek en kunnen ze niet functioneren. Ze kunnen niet voor hun “huishoudelijke” taken zorgen; ze kunnen geen enzymen of spiereiwitten maken of de ionengradiënten van hun celmembraan behouden. In feite kunnen lage ATP-niveaus leiden tot celdood en vroegtijdige veroudering. D-ribose verbetert ook het vermoeidheidssyndroom en fybromyalgie.

Is een natuurlijke alcoholsuiker met 4 koolstofmoleculen. Het verschilt nogal van andere alcoholensuikers en is erg veilig. Met slechts 6% van de calorieën van suiker, bevat het nog steeds 70% van de zoetheid. Het gaat in wezen veilig door uw systeem, onaangeroerd, zonder metabolisatie, omdat het lichaam het niet kan afbreken. Er is geen verandering in de bloedsuikerspiegel of insulinespiegels bij het gebruik van erythritol omdat het een glycemische index (GI) heeft van slechts 1 (in tegenstelling tot glucose met een GI van 100).