Ketonen zijn eigenlijk giftige stoffen. Ze kunnen voor een verzuring van het bloed zorgen bij ophoping van ketonlichamen (acetoacetaat, aceton en beta-hydroxybutyraat) wanneer ze niet door het lichaam gebruikt worden.
Wanneer de pancreas onvoldoende tot geen insuline meer kan aanmaken om glucose tot bij de cellen te brengen (zoals bij personen met type 1 diabetes), moet er insuline van buitenaf toegediend worden.
Zoniet zullen de cellen geen glucose ontvangen via insuline, en zal de hoeveelheid glucose in het bloed stijgen.
Op dit moment, en wanneer glucose de hoofdbrandstof blijft, zullen ook de hoeveelheid ketonen in het bloed stijgen, waardoor er een verzuring van het bloed (tot wel 5.5 pH) kan optreden. Dit kan leiden tot celbeschadiging en uiteindelijk tot coma.
Bij mensen zonder medische aandoening komt het bovenstaande quasi nooit voor.
Ketoacidose start wanneer de hoeveelheid ketonen in het bloed hoger is dan 10-15 mmol/dl.